De verbinders is een groep voor (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen die met ons willen ontdekken welke prikkels ze nodig hebben om de verbindingen in de hersenen te laten functioneren als snelwegen, zodat voelen, denken en doen meer op 1 lijn kunnen komen.
Verbindingen maken en versterken bij de verbinders
Hoe kun je een kind helpen bij het leggen van verbindingen en tegelijkertijd aansluiten bij zijn of haar cognitieve honger? Of juist de cognitieve kant inzetten om de zintuigelijke en neuromotorische kant te versterken? We onderzoeken samen met de kinderen welke prikkels zij nodig hebben: prikkels voor zintuigen die je kent, prikkels voor zintuigen die minder bekend zijn, emotionele en cognitieve prikkels. Iedereen heeft andere combinaties van prikkels nodig om passende verbindingen aan te kunnen leggen in de hersenen.
Op 6 vrijdagochtenden gaan we met een kleine groep ontwikkelings-gelijken op ontdekkingstocht. We gebruiken ons hele lichaam om te ontdekken welke hersenstraten er nog niet af zijn. Waar kunnen de verbindingen sterker, beter? En hoe maken we verbindingsweggetjes tot snelwegen? De kinderen krijgen inzicht en maken een plan om de nieuwe straten aan te leggen. Ze gaan testen of de werkhypothese die we in de groep hebben opgesteld (wat helpt jou?) ook echt werkt in de praktijk, op school of thuis. Na 6 bijeenkomsten weet je kind (en jij als ouder én de leerkracht), op welke manier je kind op dit moment geholpen kan worden om de voor hem of haar lastige vaardigheden structureel te gaan verbeteren! Het is in zekere zin een diagnostisch traject om verschillende prikkeldrempels en bandbreedtes in kaart te brengen. Uiteindelijk gaan kinderen, met de adviezen en ontwikkelrichting die we kunnen aangeven na het traject vooruit op dingen als: het uitvoeren en automatiseren van handelingen, het verbaliseren van gevoelens en denkstappen, taakinitiatie, responsinhibitie, doelgericht gedrag.
Neuromotorische rijpheid Om te kunnen (stil)zitten en leren, moeten er in de hersenen genoeg verbindingen zijn gemaakt die dat fysiek mogelijk maken. Neuromotorische rijpheid heeft betrekking op het al dan niet gevormd zijn van voldoende verbindingen. Kinderen hebben gemiddeld zo’n 7 tot 8 jaar nodig om neuromotorisch ‘rijp’ te worden om te kunnen leren. Zeven jaar van ervaringen op doen, zintuiglijke input krijgen en verwerken, oefenen met rollen, kruipen, lopen, springen, fietsen enzovoort. Hoe meer fysieke oefening, hoe meer verbindingen er worden aangelegd en hoe meer een kind een basis legt om te kunnen leren en automatiseren. Hoogbegaafde kinderen… hebben vaak al ver voor die tijd behoefte aan cognitief leren. Aan de andere kant hebben ze vaak niet de neiging tot (willen) oefenen. Dat betekent een andere ontwikkeling in het brein. Onvoldoende verbindingen tussen verschillende delen in de hersenen kost onnodige energie. Energie om stil te blijven zitten, reflexen te onderdrukken, geluid te filteren, rechtop te staan, etc. Energie die dan niet gebruikt kan worden voor leren.